Bij sommige reinigingsmiddelen kan er bij overdosering te veel schuim ontstaan, omdat dit effect nog eens versterkt wordt door de wervelkamersproeiers.
- Het schuim kan zich langere tijd aan de koplamp hechten, wat tot een problemen met de lichtverdeling leidt.
- Daarom moet altijd de juiste mengverhouding van water en reinigingsmiddel worden gehanteerd.
Als bij het starten van de wasfunctie de centrifugaalpomp niet draait (bij normale werking een duidelijk hoorbare ruis), dan moet de voedingsspanning inclusief de zekering worden gecontroleerd.
Als de watersproeikegel bij een werkende pomp eenzijdig of heel zwak is, dan zijn de volgende oorzaken mogelijk:
De polariteit van de motorpomp is eventueel verkeerd:
De polariteit controleren omdat centrifuge pompen in beide richtingen draaien, alleen de hydraulische capaciteit is verschillend.
Systeem niet ontlucht:
Het systeem ontluchten door dit meerdere keren zonder pauze te activeren.
Slang geknikt of lek:
De plaatsing van de slang controleren en eventueel. wijzigen. Lekkages dichten of de slang repareren.
Sproeiers of kleppen verstopt:
Vreemde deeltjes verwijderen door het systeem uit te spoelen.
Componenten bevroren:
Meer antivriesmiddel toevoegen. De componenten worden echter niet beschadigd bij bevriezing.
Als het systeem nog steeds niet optimaal reinigt, moet de afstelling van de sproeiers worden gecontroleerd en eventueel volgens instructies van de fabrikant worden afgesteld.