HELLA TECH WORLD NEWS

Bij de bovengenoemde voertuigmodellen kan het gebeuren dat de weergave van de instrumentengroep is verschoven. Deze storing treedt op nadat de auto langere tijd heeft stilgestaan en kan voorlopig worden verholpen door het contact uit/aan te zetten. Dit defect kan met onregelmatige tussenpozen terugkeren.

Als bij bovengenoemde voertuigen het motorcontrolelampje gaat branden en de foutcode P0401 (EGR-systeem, uitlaatgasdoorstroming te laag) in de regeleenheid is opgeslagen, kan een defecte of verstopte EGR-klep de oorzaak zijn.

De krukassensor is één van de belangrijkste informatiebronnen voor de motorbesturing. Hij bepaalt het toerental en de positie van de krukas en geeft deze informatie in de vorm van een elektrisch signaal door aan de motorbesturing. Ervaar op deze pagina meer over de werkingswijze van krukassensoren en waarop bij controle hiervan moet worden gelet om schade te voorkomen.

Om de koplampen te kunnen afstellen, moet de toegang eerst worden vrijgemaakt. Hiervoor moet als volgt te werk worden gegaan:

• Verwijder het ventilatierooster linksonder de voorruit
• Draai eerst aan de schroef in het rooster met een geschikt stuk gereedschap om de vergrendeling los te maken.

Bij de bovengenoemde voertuigmodellen is het mogelijk dat kort na het starten van de motor storende ratelende geluiden uit de motorruimte hoorbaar zijn. Dit wordt mogelijk veroorzaakt door trillingsgeluid van het bedieningsmechanisme van de bypass-klep op de turbocompressor.

In de bovenvermelde voertuigen kan er door een gebrekkige afdichting van de interieurfilter-ventilatiekast water in de voetruimte van de passagier binnendringen. Dit is vooral zichtbaar bij snel accelereren. Tapijt en voetmat raken daarbij behoorlijk doorweekt. Er kan ook water in de interieurventilator terechtkomen, wat kan leiden tot luide, piepende geluiden van de ventilator.

Als bij het bovengenoemde voertuigmodel temperatuuronafhankelijke startproblemen optreden, kan een defecte inlaatspruitstukdruksensor een mogelijke oorzaak zijn. Tegelijkertijd kan foutcode 17036 "Sensorreferentiespanning B: te laag" worden opgeslagen in het foutgeheugen van de motorbesturing.

Als het waarschuwingslampje voor het motoroliepeil gaat branden bij de hierboven genoemde voertuigen, moet het oliepeil onmiddellijk worden gecontroleerd en zo nodig olie bijgevuld. Het wordt aanbevolen om het oliepeil regelmatig te controleren.

De parkeerhulp is een assistentiesysteem dat de bestuurder ondersteunt bij het manoeuvreren en parkeren en hem waarschuwt voor obstakels in de directe omgeving van het voertuig. De klassieke parkeerhulp werkt met ultrasoon geluid dat wordt uitgezonden door verschillende sensoren. Als er een obstakel wordt gedetecteerd, wordt de bestuurder hier visueel of akoestisch op gewezen.

Bij de bovengenoemde voertuigen kan een waarschuwing met betrekking tot het hybride systeem worden weergegeven. In de instrumentengroep verschijnt de foutmelding: "Storing in het boordnet, spanningsomvormer". Het systeem vraagt u het voertuig tot stilstand te brengen. Vaak wordt dan de code P1CCC opgeslagen in het foutgeheugen (defecte massaverbinding).

Ga bij het vervangen van de lampen als volgt te werk:

• Schakel de verlichting en het contact uit.
• Verwijder de sleutel en bewaar hem op een veilige plaats.
• Beveilig het voertuig tegen wegrollen. Trek de handrem aan

Bij de bovengenoemde voertuigtypes kan verkeerd schakelgedrag van de DSG-versnellingsbak optreden. De oorzaak van de storing is niet altijd te vinden in de periferie van de versnellingsbak.