Voer met het diagnoseapparaat/voertuig de volgende stappen uit
Sluit een diagnoseapparaat aan en richt vervolgens een koplampafstelapparaat voor het voertuig uit.
- Selecteer het voertuig
- Het contact inschakelen
- Lees het storingsgeheugen uit en wis het
- Selecteer de basisinstelling "Koplampen afstellen"
- Selecteer de nulafstelling
- Schakel de koplampen in
- Bevestig de nulafstelling. Hierdoor worden de koplampen in de basisinstelling "Koplampen afstellen" gezet.
- Stel de koplampen af.


