Koplampreinigingsinstallatie
Koplampreinigingsinstallaties verbeteren het zicht in het donker en verhinderen de verblinding van de tegenliggers door strooilicht. Op deze pagina ontdekt u hoe koplampreinigingsinstallaties zijn opgebouwd en hoe ze werken. Bovendien vindt u hier waardevolle tips voor de omgang met deze veiligheidsrelevante systemen en instructies om fouten op te sporen in geval van storingen.
Belangrijke veiligheidsinstructie
De volgende technische informatie en praktische tips zijn door HELLA ontwikkeld om garages bij hun werkzaamheden professioneel te ondersteunen. De op deze website beschikbare informatie mag alleen worden gebruikt door vakmensen die in de desbetreffende materie zijn opgeleid.
Koplampreiniging
Koplampreinigingsinstallatie voor auto's
Reinigingsprincipe
Tips voor werken met koplampreinigingsinstallaties
Bij sommige reinigingsmiddelen kan er bij overdosering te veel schuim ontstaan, omdat dit effect nog eens versterkt wordt door de wervelkamersproeiers.
- Het schuim kan zich langere tijd aan de koplamp hechten, wat tot een problemen met de lichtverdeling leidt.
- Daarom moet altijd de juiste mengverhouding van water en reinigingsmiddel worden gehanteerd.
Koplampreinigingsinstallatie defect
- Centrifugaalpomp draait niet
- Slang lekt
- Klep verstopt of defect
- Verstopte sproeier
- Beschadigde telescopische arm
Koplampreinigingsinstallatie controleren
Als bij het starten van de wasfunctie de centrifugaalpomp niet draait (bij normale werking een duidelijk hoorbare ruis), dan moet de voedingsspanning inclusief de zekering worden gecontroleerd.
Als de watersproeikegel bij een werkende pomp eenzijdig of heel zwak is, dan zijn de volgende oorzaken mogelijk:
De polariteit van de motorpomp is eventueel verkeerd:
De polariteit controleren omdat centrifuge pompen in beide richtingen draaien, alleen de hydraulische capaciteit is verschillend.
Systeem niet ontlucht:
Het systeem ontluchten door dit meerdere keren zonder pauze te activeren.
Slang geknikt of lek:
De plaatsing van de slang controleren en eventueel. wijzigen. Lekkages dichten of de slang repareren.
Sproeiers of kleppen verstopt:
Vreemde deeltjes verwijderen door het systeem uit te spoelen.
Componenten bevroren:
Meer antivriesmiddel toevoegen. De componenten worden echter niet beschadigd bij bevriezing.
Als het systeem nog steeds niet optimaal reinigt, moet de afstelling van de sproeiers worden gecontroleerd en eventueel volgens instructies van de fabrikant worden afgesteld.
Verplichte koplampreinigingsinstallatie
Voor europa zijn de belangrijkste vereisten:
- De reinigingssystemen ondergaan een typetest volgens ECE-R45 afhankelijk van hun reinigingskracht.
- Sinds 1996 bestaat een uitrustingsverplichting bij gebruik van koplampen met gasontladingslampen volgens ECE-R48.
- Watervoorraad voor 25 of 50 reinigingscycli (klasse 25, klasse 50)
- Reinigingswerking van > 70 % bij een tot 20 % van de oorspronkelijke lichtstroom vervuilde koplamp
- Operationeel tot 130 km/u en van –10 °C tot +35 °C
Hoe nuttig is dit artikel voor jou?
Succes
Succes
Succes
Succes
Fout
Please tell us what you did not like.
Thank you for your feedback!
Wrong Captcha
Something went wrong
Misschien bent u ook geïnteresseerd in


