Koplampen
Koplampen brengen de door de lichtbron geproduceerde lichstralen in een bundel op de rijweg. Ontdek op deze pagina onder andere hoe koplampen zijn opgebouwd en welke lichttechnische concepten en wettelijke voorschriften er zijn. Bovendien vindt u hier handige praktijktips voor de omgang met kunststof koplamplenzen
Koplampen - Onderdelen
Tips voor de omgang met kunststof koplamplenzen
Om schade aan kunststof koplamplenzen te vermijden, moeten de volgende aanwijzingen in acht worden genomen:
- Kunststof koplampglazen nooit droog reinigen (gevaar voor krassen)!
- Raadpleeg te allen tijde de instructies in de voertuighandleiding voordat u middelen zoals bijvoorbeeld reinigings- of antivriesmiddelen aan het water van de koplampreinigingsinstallatie toevoegt.
- Te agressieve of de verkeerde reinigingschemie kan de koplamplenzen onherstelbaar beschadigen.
- Gebruik nooit niet-toegelaten lampen met een te hoog wattage!
- Gebruik alleen gloeilampen met UV-filter.
Lichttechnische concepten
Voertuigverlichtingsvoorschriften
Er zijn vier typische koplampsystemen
Voertuigverlichtingsvoorschriften
| Dimlichtkoplampen | |
| Aantal | Twee |
| In de breedte | Maximaal 400 mm van het uiterste punt |
| In de hoogte | 500 tot 1200 mm toegelaten |
| Elektrische schakeling | Een paargewijze bijschakeling van extra koplampen voor dim- en/of grootlicht is toegestaan. Bij de omschakeling naar dimlicht moeten alle grootlichten tegelijkertijd uitschakelen. |
| Inschakelcontrole | Groene controlelamp |
| Overige | Als de koplampen met gasontladingslampen zijn uitgerust (groot- en dimlicht), moeten er een automatische koplampafstelling en een koplampreinigingsinstallatie zijn ingebouwd. Deze vereisten gelden ook bij aanpassingen achteraf van zich reeds in het verkeer bevindende voertuigen, die na 1 april 2000 zijn aangepast. |
| Koplampen voor grootlicht | |
| Aantal | Twee of vier |
| In de breedte | Geen speciale voorschriften, maar zo aangebracht dat de bestuurder geen hinder heeft van reflecties |
| In de hoogte | Geen speciale voorschriften |
| Elektrische schakeling | Een paargewijze bijschakeling van extra koplampen voor dim- en/of grootlicht is toegestaan. Bij de omschakeling naar dimlicht moeten alle grootlichten tegelijkertijd uitschakelen. |
| Inschakelcontrole | Blauwe controlelamp |
| Overige | De lichtsterkte van alle inschakelbare grootlichten mag niet meer dan 300.000 Candela bedragen. De som van de referentiegetallen mag niet groter dan 100 zijn. |
| Koplampen voor mistlicht (optioneel) | |
| Aantal | Twee, kleur wit of felgeel |
| In de breedte | Geen speciale voorschriften |
| In de hoogte | Niet hoger dan de koplamp voor dimlicht, volgens ECE echter minimaal 250 mm |
| Elektrische schakeling | Met dim- en grootlicht. Ook met breedtelicht mogelijk, als het lichtuittredevlak van het mistlicht niet meer dan 400 mm van het uiterste punt van de breedte verwijderd is. |
Koplampuitvoering
ECE-regeling 1
- A Positielicht
- B Mistlicht
- C Dimlicht
- R Grootlicht
- CR Groot- en dimlicht
- C/R Groot- of dimlicht
ECE-regelgeving 8, 20 (enkel H4)
- HC Halogeendimlicht
- HCR Halogeengroot- en -dimlicht
- HC/R Halogeengroot- of -dimlicht
ECE-regeling 98
- DC Xenondimlicht
- DR Xenongrootlicht
- DC/R Xenongroot- of -dimlicht. Gelijktijdige werking is verboden.
ECE-regelgeving 123
- X Advanced Frontlighting System
Kenmerk verlichtingssterkte-referentiegetallen
Grootlicht
7,5; 10; 12,5; 17,5; 20; 25; 27,5; 30; 37,5; 40; 45; 50 per koplamp (in Duitsland zijn maximaal vier gelijktijdig ingeschakelde grootlichten toegelaten, en het referentiegetal 100 respectievelijk 480 lx geldt als maximale waarde die niet mag worden overschreden)
Hoe nuttig is dit artikel voor jou?
Succes
Succes
Succes
Succes
Fout
Please tell us what you did not like.
Thank you for your feedback!
Wrong Captcha
Something went wrong
Misschien bent u ook geïnteresseerd in


