Controle en diagnose
De bewaking van de werking van de ledkoplamp en dus ook van de lichtregelaars vindt plaats door hogere regeleenheden in het elektrische systeem. Opgetreden fouten worden opgeslagen in het storingsgeheugen en kunnen met geschikte diagnoseapparatuur worden uitgelezen. In sommige voertuigmodellen wordt de bestuurder extra op een systeemfout gewezen door een waarschuwing op het display van de instrumentengroep.
In het kader van de diagnose van de ledkoplamp door het uitlezen van de regeleenheden kunnen, afhankelijk van het diagnoseapparaat, de volgende functies worden gebruikt voor het oplossen van problemen.
- Foutcode (uitlezen, evalueren en wissen van foutmeldingen in het geheugen)
- Parameters (weergave van afzonderlijke meetwaarden)
- Actuatortest (controle van de lichtfuncties via diagnoseapparaat)