Lambdasonde controleren met de uitlaatgastester
Een van de snelste en eenvoudigste controles is de meting met een viergas-uitlaatgasmeetapparaat.
De controle wordt net als het voorgeschreven uitlaatgasonderzoek uitgevoerd. Bij een bedrijfswarme motor wordt door het lostrekken van een slang als storende grootheid valse lucht bijgeschakeld. Door de veranderende samenstelling van het uitlaatgas verandert de door de uitlaatgastester berekende en weergegeven lambdawaarde. Vanaf een bepaalde waarde moet het mengselvormingssysteem dit herkennen en binnen een bepaalde tijd (zoals bij de AU 60 seconden) herstellen. Als de storende grootheid wordt weggenomen moet de lambdawaarde worden teruggezet op de oorspronkelijke waarde.
In het algemeen moeten hiervoor de voorschriften voor het bijschakelen van storende grootheden en de lambdawaarden van de fabrikant in acht worden genomen.
Met deze controle kan echter alleen worden vastgesteld of de lambdaregeling werkt. Een elektrische controle is niet mogelijk. Bij deze procedure bestaat het gevaar dat moderne motormanagementsystemen ondanks een niet werkende lambdaregeling het mengsel met de nauwkeurige registratie van belasting zodanig regelen, dat λ = 1 is.



