Slechte luchtstroom: Als de ventilator onvoldoende luchtstroom produceert of als de luchtstroom zwak wordt, kan dit duiden op een defect in de motor of ventilatorbladen, die dan moeten worden vervangen.
Ongewone geluiden: Knarsende, ratelende of fluitende geluiden kunnen tekenen zijn van een beschadigde ventilatormotor, ventilator of andere interne onderdelen. Als het geluid aanhoudt, moet de ventilator mogelijk worden vervangen.
Motorstoring: Als de ventilatormotor helemaal stopt met werken, kan hij geen lucht meer circuleren. Een defecte motor is een duidelijke indicatie dat de ventilator moet worden vervangen.
Problemen met ventilatorsnelheid: Als de ventilator maar op één snelheid werkt of als de snelheidsregeling niet goed werkt, is het mogelijk dat de motor, weerstand of regelmodule defect is en vervangen moet worden.
Ongelijkmatige luchtstroom: Een ongelijkmatige luchtstroom (sterke luchtstroom uit sommige ventilatieopeningen, zwakke luchtstroom uit andere) kan worden veroorzaakt door een slecht werkende ventilator die moet worden vervangen of door verstoppingen in het systeem die moeten worden verholpen.
Elektrische problemen: Elektrische problemen, zoals doorgebrande zekeringen of slecht werkende bedrading, kunnen ervoor zorgen dat de ventilator niet werkt. In dit geval moet de ventilator mogelijk worden vervangen om het probleem op te lossen.